“In de Middeleeuwen werd er veel bier gedronken, omdat het drinkwater vervuild was.”
Hoe vaak heb jij deze bewering al gehoord tijdens een rondleiding in een brouwerij?
Dat er veel bier gedronken werd, is inderdaad waar, zo’n liter per dag per persoon. Niet alleen door volwassenen, maar ook door kinderen. Dat had echter niets te maken met de kwaliteit van het drinkwater. Er was weinig dat het drinkwater kon vervuilen, er werd weinig afval in grachten gegooid en ook deed de gracht geen dienst als riool. Er waren bovendien voldoende waterputten met schoon drinkwater.
Waarom dronk men dan bier?
Een andere bewering die je vást wel eens hebt gehoord: ‘Één biertje is twee boterhammen met kaas’. Los van de validiteit van deze bewering, ligt die wel ten grondslag aan de reden dat men in de Middeleeuwen liever bier dan water dronk. Tenminste, als je je bier kon veroorloven. In bier zitten, in tegenstelling tot water, calorieën en voedingsstoffen. Bier droeg dus eenvoudigweg bij aan de dagelijkse voeding.
En hoe meer men te besteden had, hoe zwaarder het bier. Bier was, buiten een voedingsmiddel, namelijk ook een statusproduct. De armen dronken water of een slap aftreksel van bier, en de rijkeren dronken zware bieren. Zeker tijdens feestdagen en volksfeesten kwam het goede bier ten tafel en dronk men zich goed dronken. Toegegeven, bier was dus niet alléén maar een noodzakelijk ‘kwaad’.
Wat is gruitbier?
Hoeveel bier er precies gedronken werd, is een ruwe schatting. De bieraccijns zoals deze nu bestaat, bestond vroeger namelijk nog niet. Echter, omdat er zoveel bier werd gedronken, was dit wél een belangrijke bron van inkomsten voor de overheid. In de Middeleeuwen werd er nog geen hop gebruikt in bier. In plaats daarvan werden diverse kruiden gebruikt als smaakmaker. De bekendste kruidenmix die werd gebruikt in bier is gruit, met gagel als belangrijkste ingrediënt. Gruit mocht alleen gekocht worden bij gruithuizen die in handen waren van de overheid, en daar betaalde men een vorm van belasting over.
Toen in de 13e eeuw ook langzaam begonnen werd met het heffen van accijnzen over de verkoop van bier, werd bier gebrouwen met hop in plaats van gruit steeds populairder. Hop zorgt niet alleen voor een aangename bitterheid in het bier, maar maakt bier ook langer houdbaar. Dit zorgde ervoor dat bier in grotere hoeveelheden gebrouwen werd en eenvoudiger geëxporteerd kon worden. Bierbrouwen werd een echte ambacht en was, zeker in Nederland, zeer belangrijk voor de economie. Tot het begin van de 17e eeuw…